Waarom is feminisme nog nodig?
Waarom is feminisme nog nodig?
Laatste update: 18-08-2024
Tot lang na de Tweede Wereldoorlog is de Nederlandse samenleving ingericht op één ideaal: de man is kostwinner, de vrouw zorgt voor de kinderen en het huishouden. Een opleving van het feminisme aan het eind van de jaren 60, de tweede feministische golf, brengt hier verandering in. Wat is het verschil tussen die tweede golf en het feminisme van nu? Waar strijden feministen van nu eigenlijk nog voor? En helpt #MeToo?
Om te beginnen: waarvoor staat het feminisme eigenlijk? Elke feminist lijkt er een eigen invulling aan te geven, maar het algemene achterliggende idee is het streven naar gelijke (machts)verhoudingen tussen mannen en vrouwen, op zowel economisch, politiek als sociaal vlak. Dit streven wordt ook wel de emancipatie van de vrouw genoemd. Het feminisme kan worden gezien als een verzameling van maatschappelijke en politieke stromingen die op elkaar bouwen, maar ook tegengestelde visies hebben. En het is verdeeld in golven.
In de eerste feministische golf (van circa 1850 tot 1940) streven feministen voornamelijk naar gelijke rechten voor vrouwen op het gebied van scholing, arbeid en kiesrecht. De tweede feministische golf (eind jaren 60 tot en met de jaren 80) zet zich in voor recht op betaald werk en deelname aan het maatschappelijke leven, maar breidt zich snel uit tot een brede beweging met vele thema's. Eind 2017 brengt de Me Too-beweging feministische issues uit het verleden opnieuw aan het licht: blijkbaar zijn bepaalde problemen rond gendergelijkheid nog niet opgelost.
Helpt #MeToo het feminisme?
Daar verschillen de meningen over. Aan de ene kant kaart de Me Too-beweging seksueel misbruik aan en heft het schaamte op, waardoor slachtoffers zich eerder durven uit te spreken. Aan de andere kant krijgt de actie de kritiek ongenuanceerd te zijn: het zou vrouwen in een slachtofferrol duwen (in plaats van de autonome rol waar feministen naar streven), leiden tot een ‘heksenjacht’ en een verpreutsing van de samenleving. Daarnaast zou #MeToo te ver zijn gegaan door onschuldige aanrakingen en verkrachting over één kam scheren.
Hoewel bovenstaande kritiek op de beweging te verdedigen is – natuurlijk verschillen (onschuldige) opmerkingen en verkrachting van elkaar in ernst en impact – zorgt de beweging er nog steeds voor dat elke vorm van seksueel geweld beter bespreekbaar- en dus aan te pakken - is.
Dat dat nodig is, mag duidelijk zijn: uit grootschalige Europees onderzoek uit 2014 blijkt dat één op de tien vrouwen in Nederland verkrachting meemaakt, bijna de helft ervaring heeft met fysiek of seksueel geweld en driekwart met seksuele intimidatie.
#MeToo heeft geholpen met het benoemen en bevechten van deze problematiek: vrouwen durven eerder misbruik eerder te melden. Het aantal meldingen van seksueel misbruik is verdubbeld en op veel plekken zijn vertrouwenspersonen en meldpunten gekomen.
#MeToo, een revolutie
Nadat de Amerikaanse actrice Alyssa Milano eind 2017 alle vrouwen die ooit seksueel geweld hebben meegemaakt, oproept om ‘Me Too’ te plaatsen op twitter, ontketent zich een revolutie. De verhalen over seksueel grensoverschrijdend gedrag ontwikkelen tot een bredere sociale mediacampagne. Langzaam sluiten meer publieke figuren uit andere sectoren zich aan om seksueel misbruik op de werkvloer aan te pakken.
Ondanks de behaalde successen krijgt het zogenoemde ‘hashtagfeminisme’, waar #MeToo een voorbeeld van is, vaak het stempel ‘lui’. Of het zou geen ‘echt’ feminisme zijn: bewegingen op sociale media zouden niet in waarde te vergelijken zijn met de feministen uit de vorige eeuw, die in de tweede feministische golf politieke aandacht trekken en belangrijke doelen behalen.
Hoe ontstaat de tweede feministische golf?
Uit de wens te breken met het ‘huisvrouwenbestaan’. Hoewel vrouwen vanaf 1956 op papier financieel onafhankelijk zijn, zijn ze in die tijd in de praktijk namelijk nog steeds met handen en voeten gebonden aan hun man. Naast het huishouden en zorgen voor de kinderen is er geen invulling in hun leven, kunnen ze geen eigen identiteit ontwikkelen of iets doen waar ze echt gelukkig van worden. Veel vrouwen kampen met gevoelens van leegte, moeheid en depressie.
Het probleem zonder naam
In de Verenigde Staten anno 1963 signaleert Betty Friedan dit ‘probleem zonder naam’ en ze schrijft er het boek The Feminine Mystique over. Dokters bestempelen het onbehagen van Amerikaanse vrouwen als ‘the Housewives’ Syndrome’. In Nederland schrijft Joke Smit in 1967 het artikel Het onbehagen bij de vrouw over de maatschappelijke positie van vrouwen. Het beschreven gevoel van doelloosheid is voor veel Nederlandse vrouwen herkenbaar en ontvangt veel instemmende reacties. De beschikbaarheid vanaf 1964 van de anticonceptiepil, die een enorme vrijheid met zich meebrengt, helpt er ook aan mee dat vrouwen verandering willen.
Er komt aandacht voor ongelijkheid van vrouwen op allerlei terrein, met als slogan: “het persoonlijke is politiek”. Zaken die zich in de privésfeer afspelen, moeten ook op de politieke agenda komen. Bijvoorbeeld huiselijk geweld en de ongelijke verdeling van zorgtaken: zulke problemen vereisen collectieve actie. Er ontstaat opnieuw een feministische beweging, die tot ongeveer eind jaren 80 zal duren: de tweede feministische golf.
Wie was Dolle Mina?
In 1968 richt Joke Smit samen met Hedy d’Ancona de Man-Vrouw-Maatschappij (MVM) op. De centrale uitgangspunten van deze feministische actiegroep zijn roldoorbreking, het recht op gelijke ontplooiingsmogelijkheden voor vrouwen en mannen en het gelijke recht op betaald werk. De organisatie is doelmatig opgezet met werkgroepen die problemen aanpakken op het gebied van onderwijs, parttimewerk, kinderopvang en gezinsplanning - waaronder ook de abortusproblematiek valt.
Eind 1969 volgt actiegroep Dolle Mina, die een wat agressievere aanpak heeft om haar doelen te bewerkstelligen, die voornamelijk over economische onafhankelijkheid en seksuele vrijheid gaan. De Dolle Mina’s gaan de straat op en halen de media met hun ludieke acties en gevoel voor publiciteit, geïnspireerd door Provo. Op 23 januari 1970 bezetten ze Kasteel Nijenrode, omdat de Business School die daar gevestigd is vrouwelijke studenten weigert tot de opleiding. De actie eindigt bij het standbeeld van Wilhelmina Drucker in Amsterdam, waar de groep als eerbetoon aan haar strijd voor het vrouwenkiesrecht een korset verbrandt.
Dolle Mina
Tot 1978 voert Dolle Mina allerlei acties uit, zoals het afzetten van de Amsterdamse openbare herentoiletten als protest tegen het gebrek aan openbare damestoiletten, het uitdelen van condooms aan leerlingen van een huishoudschool, het nafluiten van mannen op straat, en het bezetten van de redactie van het damesblad Margriet.
Beide actiegroepen maken zich sterk voor wettelijke gelijkheid van vrouwen, legale abortus, kinderopvang en vrouwenarbeid. Waar MVM te beschouwen is als de organisatie die de tweede golf in Nederland in gang zet, is Dolle Mina de organisatie die het nieuwe feminisme bekend maakt en het bij de ‘gewone’ mensen in de huiskamer brengt.
Hoe ontwikkelt de tweede golf zich?
Langzamerhand ontstaat er een andere fase in de beweging: vrouwen willen de nadruk leggen op bewustwording van de betekenis van het ‘vrouwzijn’, en hierover praten. Dit wordt ook wel de ‘praatgroepenbeweging’ genoemd. Vanuit deze praatgroepen ontstaat een nieuwe sfeer met bijbehorende politieke agenda. Vrouwensolidariteit en vrouwencultuur staan centraal, verwezenlijkt in het creëren van eigen ruimtes waar mannen niet welkom zijn, zoals vrouwenhuizen en -cafés, opvanghuizen en vrouwenwoongroepen. Ook andere culturele initiatieven ontstaan, zoals tijdschriften, boekhandels, uitgeverijen en drukkerijen. Uit en naast Dolle Mina ontstaan nieuwe groepen, zoals ‘Wij Vrouwen Eisen’, ‘Paarse September’, en ‘Vrouwen voor Vrede’, die zich op aparte thema’s richten.
Vrouwen voor vrede
Eind jaren 70 zijn er veel uiteenlopende en zelfs tegenstrijdige opvattingen over hoe de belangen van vrouwen het best vertegenwoordigd moeten worden. Daarnaast komt er meer bewustzijn en discussie over ‘verschillen’ tussen vrouwen. Groepen van zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen ontplooien zich. Tezamen met lesbische groepen wakkeren ze de discussie aan over wat gezien wordt als de ‘witte heteroseksuele dominantie’ van de feministische beweging. Ook andere vrouwen die zich niet in de bestaande vrouwenbeweging herkennen, zoals prostituees, organiseren zich.
Toch verenigen verschillende soorten feministen zich achter dezelfde basisuitgangspunten. Zo nemen in 1981 naar schatting 300.000 tot 500.0000 vrouwen deel aan een landelijke stakingsdag tegen de voorgestelde abortuswet, die niet tegemoet komt aan de feministische eisen. Daarnaast richten de verschillende feministische stromingen hun aandacht op het seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes.
Hoe gaat het verder na de tweede golf?
Wanneer de jaren 80 voorbij zijn, lijkt de tweede feministische golf ook uitgeraasd. Of de doelen nu bereikt zijn of niet, in de jaren 90 verklaart de nieuwe generatie het feminisme dood. In het postfeminisme moeten jonge vrouwen niks hebben van het imago van tweede golf-feministen en vinden ze ‘feminisme’ een vies woord. Ze gebruiken liever ‘Girl Power’: een gecommercialiseerde term opgegooid door de Spice Girls. De vrouwelijke kracht waar de popheldinnen over zingen, verwijst naar een cultuur onder jonge vrouwen en tienermeisjes, gekenmerkt door een sterke zelfbewuste houding, ambitie, assertiviteit en individualisme.
Vrouwelijkheid in het postfeminisme is verbonden met het lichaam: de kern van vrouwelijk identiteit is niet dat vrouwen kunnen zorgen, maar dat ze een sexy lichaam hebben. Een andere kijk op individualisme, keuze en empowerment bij vrouwen en het idee dat feminisme ‘niet meer nodig is’ staan in deze tijd centraal.
Overigens zijn er in de jaren 90 nog steeds jonge vrouwen die zich wel met het F-woord durven te associëren. Zo is er Riot Grrrl, een jeugdcultuur die zich ontwikkelt in de Verenigde Staten als onderdeel van de punkrock-undergroundscene. De beweging daagt meisjes via muziek en publicaties uit de aandacht van de politiek te trekken.
Is er nu sprake van een derde golf? Of een vierde?
De girlpowercultuur van de jaren 90 wordt door sommigen als een nieuwe, 'derde' golf, in het feminisme gezien. Anderen vinden dat er in die tijd eerder genoten wordt van verworvenheden uit de tweede golf: het postfeminisme. Er is geen collectieve frustratie vanwege onwaargemaakte verwachtingen of breed gedragen protest. Dit is er echter wel tijdens bijvoorbeeld de Me Too-beweging en de massale Women’s Marches tegen Trump. Deze nieuwe opleving zou je kunnen bestempelen als ‘vierde golf’ waarbij geweld tegen vrouwen, economische zelfstandigheid, representatie van vrouwen in de media en intersectioneel feminisme centraal staan. Het blijft echter lastig deze periodes in afgebakende ‘golven’ te omschrijven, al helemaal als de ontwikkelingen nog bezig zijn.
Is feminisme nu nog nodig?
Of je als jongen of als meisje ter wereld komt, bepaalt in veel landen in grote mate hoe je leven eruit ziet. Wereldwijd bestaat er namelijk nog steeds grote genderongelijkheid. Het streven naar gelijke (machts)verhoudingen tussen mannen en vrouwen is uiteraard van groot belang om dit probleem en andere grote problemen - denk aan het plegen van illegale abortussen, uithuwelijking en de traditie van besnijdenis bij vrouwen - het hoofd te bieden.
Er zijn heel veel thema’s van de tweede feministische golf die nog niet zijn opgelost en die nu opnieuw opborrelen
Linda Duits, sociaal wetenschapper
Logisch dat vaak wordt geopperd dat Nederlandse feministen zich zouden moeten richten op deze problemen; ze zijn immers van grotere aard dan die in eigen land. Maar genderongelijkheid in Nederland verdient zeker ook aandacht. Ondanks de wet gelijke behandeling bestaan in de praktijk namelijk nog veel verschillen.
In Nederland verdient een vrouw voor hetzelfde werk bijvoorbeeld nog steeds minder dan haar mannelijke collega. Ook op andere gebieden is er werk aan de winkel. Denk aan zwangerschapsdiscriminatie, een onevenredige representatie van vrouwen in de media, minder vrouwen aan de top, maar ook het lage aantal vrouwelijke Kamerleden en hoogleraren en de oneerlijke verdeling van zorgtaken.
Dat Nederland een van de duurste landen ter wereld is als het gaat om kinderopvang en dat het helemaal onderaan bungelt in de ranking van het aantal partnerverlofdagen, helpt niet mee aan die eerlijkere verdeling. Maar er is een inhaalslag gaande: van twee dagen volledig betaald partnerverlof in 2018, naar vijf dagen in 2019. Vanaf 2020 komen daar vijf weken bij, tegen 70% van het loon. Zo wordt niet alleen de toon gezet voor een nieuwe rolverdeling, het partnerschapsverlof is ook goed voor het inkomen van werkende vrouwen.
Er zijn echter nog meer inhaalslagen nodig. Zo zijn meisjes het veel beter gaan doen in het onderwijs, maar gelijkheid op de arbeidsmarkt is nog steeds ver te zoeken. Vrouwen werken nog steeds veel vaker parttime dan mannen, ook als er nog geen kinderen zijn. Hierdoor zijn vrouwen minder vaak economisch zelfstandig. Er is betere wetgeving gekomen om seksueel geweld en intimidatie te bestraffen, maar nog steeds hebben veel meisjes en vrouwen hiermee te maken.
Dit zijn slechts enkele zaken waar feministen van nu zich kwaad over maken. Feminisme is, nog steeds, van belang om problemen van genderongelijkheid, klein of groot, de wereld uit te helpen. Zoals Nigeriaanse feminist en schrijver Chimamanda Ngozie Adichie, bekend geworden door de nummers van Beyoncé, het in haar TED-talk zegt: “We zouden allemaal feminist moeten zijn”.
Vrouwenprotesten
In het kort
De Me Too-beweging benoemt en bevecht seksueel geweld. De actie krijgt echter veel kritiek te verduren: de beweging zou ‘ongenuanceerd’ zijn en feminisme juist niet helpen.
De tweede feministische golf ontstaat door een gedeelde onvrede over de maatschappelijke positie van de vrouw. De slogan luidt: ‘het persoonlijke is politiek’.
Feministische actiegroepen Man-Vrouw-Maatschappij en Dolle Mina strijden beiden vanaf eind jaren 60 op hun eigen manier voor de belangen van vrouwen.
De tweede golf ontwikkelt zich verder door de praatgroepenbeweging en het ontstaan van meerdere feministische stromingen die zich op aparte thema’s richten.
Het postfeminisme kenmerkt de jaren 90. De nieuwe generatie is all about Girl Power, individualisme en empowerment. De popcultuur sluit hier perfect bij aan.
Het steunen van feminisme is de enige manier om de vele verschillende problemen op het het gebied van genderongelijkheid de wereld uit te helpen.
En je weet het!
Anderen het laten weten?